Wet Toekomst Pensioenen wordt grootste herverdelingsoperatie voor de pensioensector ooit
De pensioensector is in de ban van de aanstaande invoering van de Wet Toekomst Pensioenen, het nieuwe pensioenstelsel dat na vele jaren onderhandelen tot stand is gekomen en per 1 juli 2023 ingaat. Pensioenorganisaties staan voor een van de grootste uitdagingen in hun bestaan. In aanloop naar de invoering van de nieuwe wet, interviewden we een aantal experts uit de pensioensector. Vanuit verschillende perspectieven schijnen zij een licht op het nieuwe stelsel en de transitie waar de Nederlandse pensioenwereld de komende jaren z’n handen vol aan heeft. Over één ding zijn de experts het eens: de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel zal niet zonder slag of stoot verlopen. Twee grote struikelblokken die in alle interviews ter sprake kwamen: de datakwaliteit van de pensioenadministraties die op orde moet zijn én de behoefte aan vele extra specialisten die pensioenorganisaties de komende jaren nodig hebben in een toch al zeer krappe arbeidsmarkt.
Lieke Werner, Programmamanager Pensioenakkoord bij Achmea Pensioen Services, legt uit waarom een nieuw pensioenstelsel nodig is: ‘Het huidige stelsel is gebaseerd op een kostwinner die zijn hele leven in één bedrijfstak werkt, met een partner die afhankelijk is. Die tijd is voorbij. Relaties en arbeidsvormen zijn veranderd. We hebben een ander stelsel nodig, transparanter en flexibeler.’ Ook actuaris Jacintha van Bijnen van Aon beaamt de noodzaak voor het invoeren van een nieuw stelsel: ‘Het is heel hard nodig om het huidige pensioensysteem te versimpelen en op een andere manier in te richten. Dit stelsel is niet meer houdbaar.’
Herverdelingsoperatie
Al worden de laatste details van de nieuwe wetgeving momenteel nog uitgewerkt door de Tweede Kamer, het nieuwe stelsel moet transparanter en persoonlijker zijn dan de huidige regeling. Van Bijnen is echter kritisch over het akkoord: ‘Het collectieve pensioenvermogen dat we nu in Nederland hebben is groot, het is heel goed dat we niet nog meer geld gaan oppotten. In de kern is het nieuwe stelsel veel simpeler en transparanter, maar door alle toevoegingen wordt het toch weer ingewikkeld. De uitwerking van het nieuwe akkoord is echter een suboptimale oplossing, waarbij we niet alle van tevoren gestelde doelen gaan behalen.’
Ingewikkeld of niet, de Wet Toekomst Pensioenen gaat er komen. Sociale partners en pensioenuitvoerders krijgen drie-en-een-half jaar de tijd om hun pensioenregelingen aan te passen aan de nieuwe wetgeving. Op 1 januari 2027 is het beoogde uiterlijke ‘invaarmoment’, waarop de huidige premies van alle pensioendeelnemers worden omgezet naar persoonlijke pensioenvermogens. Om de hoogte van dat vermogen per deelnemer te bepalen, is het van groot belang dat de data bij alle pensioenfondsen en pensioenuitvoeringsorganisaties op orde is. Jacco Jacobs, afdelingshoofd van het Expertisecentrum Operationele en IT-risico’s van De Nederlandsche Bank (DNB), roept hen op om daar serieus werk van te maken. ‘We vragen al een aantal jaren aandacht voor de datakwaliteit van pensioenadministraties. Met de komst van de Wet Toekomst pensioenen is dat een cruciaal thema. Alle deelnemersgegevens ‘invaren’ kan maar één keer, dus het is van groot belang dat deze gegevens binnen de pensioenadministraties dan juist, volledig en reproduceerbaar zijn. Er is geen weg terug.’
‘De recente aandacht voor datakwaliteit is best vreemd, want de eis om de data op orde te hebben is er vanuit de pensioenwet al lang, via Quinto P is daar in 2011 al aandacht aan besteed, aldus Bianca van Tilburg van HVW Law. Zij is Sectorleider Pensioenen voor HVG Law en EY. Het valt onder beheerste en integere bedrijfsvoering, maar dat is een vrij brede term. DNB heeft dan ook geconstateerd dat voor de aanstaande transitie de datakwaliteit nog niet bij alle pensioenfondsen op orde is. Terwijl de kwaliteit van data heel belangrijk is bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel, want garbage in is garbage out.’
Het beheren van pensioenadministraties is geen eenvoudige klus. Een pensioen is aan veel mutaties onderhevig. Life events van deelnemers, zoals trouwen, kinderen krijgen, scheiden of (gedeeltelijk) arbeidsongeschikt raken, spelen allemaal mee. Ook de wisseling van werkgever heeft gevolgen voor de opbouw van een pensioen. Daarnaast is het databeheer door een pensioenfonds vaak complex georganiseerd. Een pensioenfonds kan de pensioenadministratie bijvoorbeeld uitbesteden aan een pensioenuitvoeringsorganisatie (puo). Dan ligt de administratie van de deelnemersgegevens niet bij één partij, maar bij meerdere partijen. Omdat er zo'n grote historie bijgehouden moet worden, gebruikt zo’n partij vaak verschillende systemen. Jacobs legt uit: ‘Soms passen deelnemersgegevens niet in een systeem, maar moeten wel verzameld worden. Die gegevens worden dan in een andere administratie ondergebracht, bijvoorbeeld in Excel. Ook die gegevens zijn van belang voor het invaarmoment op 1 januari 2027, als de persoonlijke pensioenaanspraken of pensioenaanspraken uit een collectieve pot worden ingevaren in een persoonlijke vermogensrekening voor iedere deelnemer. Die omzetting kan daarna niet meer ongedaan gemaakt worden. Dat betekent dat je als deelnemer maar één keer die transitie door kan, waarbij de pot pensioengeld contant wordt gemaakt. En dat moet goed zijn.’
"Het is belangrijk om schoon schip te maken. Als we gaan invaren, gooien we al die oude rommel op één grote berg en dat stoppen we allemaal in dat nieuwe systeem. Dan kan het nooit meer fout gaan en kunnen we niks meer vergeten, mits we bij het invaren alles goed meenemen. Want na die tijd kun je het nooit meer vinden.’ Ook Van Tilburg beaamt het belang van datakwaliteit: ‘De kwaliteit van data is heel belangrijk bij de overgang naar het nieuwe pensioenstelsel, want garbage in is garbage out."
Van Bijnen
Arjan Pepping van Hot Item Data Trust Data denkt dat het met de datakwaliteit van pensioenadministraties zeker niet slecht is gesteld is. ‘Grosso modo zal zeker 90 tot 95 procent van de administraties goed zijn, zeker voor de gemiddelde groep werknemers van starters tot ongeveer de leeftijd van vijftig. Pensioendeelnemers die nu dicht tegen de pensioenleeftijd aan zitten, hebben vaak te maken gehad met allerlei verschillende pensioenregelingen, waar fouten mee gemoeid kunnen zijn. Pensioenfondsen zullen moeten investeren in extra controles bij die groepen.’
Correcties
Om de juistheid van de pensioendata te bepalen werkt DNB momenteel samen met de Pensioenfederatie aan een normenkader voor datakwaliteit. ‘Accountants willen graag weten hoe en waarop zij die datakwaliteit moeten gaan controleren. Dat normenkader is een belangrijke nadere invulling van wat er in de nieuwe wetgeving staat’, ligt Van Tilburg toe. Jessica Allermann - expert op het gebied van Data Management, Data Strategie en Data Risico bij EY - valt haar bij: ‘De grote uitdaging voor veel pensioenfondsen is hoe te zorgen dat die datakwaliteit voor het invaren op het vereiste niveau is, maar daarna houdt het natuurlijk niet op. Ook op lange termijn moet die datakwaliteit worden gewaarborgd.’
Jacobs: ‘Het is niet realistisch om een 100 procent goede administratie te hebben, er zullen altijd wel wat fouten in staan.’ Toch roept DNB de pensioenfondsen op verantwoordelijkheid voor dit onderwerp te nemen en voldoende waarborgen treffen, zodat de kwaliteit van de pensioengegevens van hun deelnemers zo hoog mogelijk is.
Datakwaliteit is geen heilige graal, vindt Werner: ‘Op die datakwaliteit kan je je enorm blindstaren, maar het is nooit 100 procent goed. Achteraf komen er altijd dingen naar boven, correcties zijn onvermijdelijk. Het is niet altijd de data in het systeem, maar soms ook data die er niet is. En wat er niet is, kan je niet corrigeren. Correcties blijf je houden, dus we moeten een correctiemechanisme hebben. Dat hebben we altijd gehad en dat zullen we nu ook straks nog een tijdje nodig hebben.’
Juist die correcties achteraf zijn niet mogelijk, legt Van Bijnen uit: ‘Er is geen mogelijkheid voor individuele pensioendeelnemers om bezwaar te maken over het voor hen vastgestelde pensioenvermogen, zij kunnen niet instemmen. We gaan invaren op basis van de overeenstemming tussen sociale partners. Dat lijkt me een groot risico. We hebben met corona en met de boerenprotesten gezien dat mensen steeds achterdochtiger worden of er wel gekeken wordt naar wat het beste voor hen is. Pensioenjuristen zijn zelfs al zaken aan het voorbereiden op dit vlak.’
Capaciteitsprobleem
Van Tilburg: ‘De grootste uitdaging van de transitie die we ingaan is capaciteit, er moet straks heel veel werk gedaan worden bij de pensioenfondsen en -uitvoeringsorganisaties. Op mensen die zich bezighouden met de inrichting van IT-systemen wordt een groot beroep gedaan en ook op partijen zoals wij. De arbeidsmarkt is natuurlijk supergoed voor deze mensen. Kan de pensioensector ervoor zorgen dat het voldoende data-analisten en IT-specialisten aantrekt die het werk kunnen doen?’ Ook volgens Pepping is het voor pensioenfondsen en puo’s een grote uitdaging om mensen te vinden met verstand van data management én pensioenen.
Werner voorziet een capaciteitsprobleem: ‘Pensioenorganisaties hebben gedurende de transitieperiode een hele hoop extra mensen nodig. Normaal gesproken zijn vier of vijf mensen een jaar lang bezig om een fonds van A naar B te krijgen door bijvoorbeeld data te controleren, maar ook de regelingen in te regelen, op te zetten, te testen. Als je dat soort dingen vertaalt en je hebt het over vier of vijf mensen maal tweeduizend uur dan kom je al snel op tienduizend uur. Dan heb je daar nog projectorganisaties boven en je hebt actuarissen nodig. Als je dat allemaal optelt, kom je op zo’n 15.000 meer arbeidsuren per pensioenfonds. Maal zo’n tweehonderd fondsen. Dat zijn heel veel mensen.’
Werner vervolgt: ‘Wij merken nu al dat er vraag naar een bepaald soort specialisten is. Zoals de actuarissen, die moeten de berekeningen maken, daar ga je absoluut krapte in krijgen. Er zal een tekort aan pensioenjuristen zijn. IT-specialisten, de businessanalisten die zowel pensioen als IT snappen, zijn er ook niet zoveel. Daar zal men een groot beroep op doen, net als op de accountants die moeten controleren.’
Samenwerking noodzakelijk
De transitie naar het nieuwe stelsel heeft een enorme impact op de bedrijfsvoering van pensioenorganisaties. Werner vertelt: ‘Het draait zeker niet alleen om de datakwaliteit die zo goed mogelijk in orde moet zijn. Het hele systeem verandert. We gaan van een systeem gebaseerd op aanspraken, waarin andersoortige data - zoals de lengte van het dienstverband, opbouwpercentage en andere regelingen - belangrijk waren, naar een systeem waarin financiële stromen belangrijk zijn. De databehoefte wordt anders: veel actueler, zo dicht mogelijk op het salaris. Dat stelt andere eisen aan een systeem.’
Werner vervolgt: ‘Niet alleen de systemen worden anders, maar ook de kennis van mensen. Zij moeten anders gaan denken. Specialisten op actuarieel gebied en accountants moeten de verschillen weten tussen de soorten regelingen. Actuarissen moeten veel beter weten hoe vermogensbeheer en lifecycle beleggen werken. Van werknemers bij pensioenorganisaties verlangen we andere kwaliteiten.’ Van Tilburg geeft aan dat ook aan de bestuurderskant straks andere expertise nodig is. ‘Je ziet nu dat de expertise van bestuurders vooral heel financieel gericht is; actuariële kennis staat hoog in het vaandel, kennis van beleggingen wordt heel hoog aangeschreven. Maar zaken als IT, cyber security en communicatie worden straks belangrijker. Het financiële aspect wordt minder spannend; het zijn potten met geld, daar zit een kapitaal in, er is geen dekkingsgraad meer.’
De belangrijkste boodschap die de geïnterviewde experts aan pensioenorganisaties willen meegeven: werk samen en begin vandaag. Werner: ‘Veel organisaties zullen naar andere organisaties kijken om hen te helpen, want je moet niet alles van binnenuit willen doen, je zal andere organisaties nodig hebben.’ Ook Van Tilburg en Allermann zijn van mening dat samenwerking tussen pensioenorganisaties een oplossing kan zijn om uitdagingen zoals de datakwaliteit, de personele capaciteit en gebrek aan de juiste kennis het hoofd te bieden in de transitieperiode. Van Tilburg: ‘We geloven dat de kracht in de samenwerking zit. De administratie moet op orde zijn, dat is een hygiënefactor. Als je dat samen doet, druk je de kosten en kunnen pensioenuitvoerders alle tijd en aandacht besteden aan dienstverlening aan de deelnemers. Je ziet die samenwerking nu al, maar nog niet op grote schaal.'
"Enorme migraties staan op stapel, maar ook enorme systeemontwikkelingstrajecten. En dat moet ruim voor 2027 klaar zijn, want pensioenuitvoerders moeten de stukken eerst nog aanleveren aan DNB voor beoordeling. Ondanks dat het uiterlijke invaarmoment ver weg lijkt, gaat het om een complex speelveld waarin de tijd begint te dringen."
Jacobs
Meer whitepapers
:quality(100))